Ik ben zo moe van al die platte dingen
Ik hoor er elke dag een andere lul over zingen
Wil jij met mij gaan zitten bij het ritme van de zee?
Je bent in de weer met je zalfjes en je stijltang
Ik sta te gapen vanuit de gang
en ik voel niets dan leegte, ik wou dat het anders was
Dat ik niet alles wat me stoorde had platgetrapt
Dat ik voelde dat je mij kon zien zoals ik vroeger was
Er is een feest met vrienden in een straat hier vlakbij
en ik rij met jou de Tolmin kloof voorbij
en we gaan op vakantie in de kelder van een vies café
Ik verzuip in meningen van mensen die niet lezen
Schreeuwen om begrip zonder zelf te accepteren
Dan wou ik dat je thuis met confetti voor me klaar stond
Dat ik niet alles wat me stoorde had platgetrapt
Dat ik voelde dat je mij kon zien zoals ik vroeger was
Er is een feest met vrienden in een straat hier vlakbij
en ik rij met jou de Tolmin kloof voorbij
en we gaan op vakantie in de kelder van een vies café
Ik heb nog nooit zoveel nagedacht over spijt
en ik kom nu eens nooit met ook maar iets op tijd
maar ik hoop…
Ik wandel door de nacht hier in dit desolate land
en op de top van een berg vind ik een mooie caravan
M’n hondje krijgt een plekje in de lade van een kast
en hij slaapt er meteen vredig, ‘k wou dat ik een hondje was
Door een venster in ’t plafond zie ik de Kleine en de Grote Beer
Wat een leuk gevoel vanbinnen dat dit rijdend huisje geeft
Plots hoor ik buiten stemmen, door het raampje zie ik niets
Ik durf er niet naartoe, maar ik luister naar hun lied:
“Jij bent gevat door de vriendelijke parasiet
Alles is nu te laat, je kan vechten, maar hij verlaat je niet”
Bij het krieken van de ochtend trekt m’n hondje me stevig mee
want hij heeft een spoor gevonden en dat leidt ons naar een meer
Bij dat meer daar staat een huisje en daar vind ik een oude vriend
en we kaarten de hele nacht, wat een prachtig wederzien
Plots spreekt hij in vreemde tongen, zo ken ik mijn vriend niet
Z’n stem brult overstuurd en hij spuwt een vreselijk lied:
“Jij bent gevat door de vriendelijke parasiet
Alles is nu te laat, je kan vechten, maar hij verlaat je niet”
Wat verder op m’n tocht vind ik een eenzame oude vrouw
en haar hart dat heeft twee delen, voor verdriet en voor berouw
Ze zegt: “Ik vind je toch zo leuk en je hondje is zo lief
Je mag bij me komen slapen”, maar dat wil ik eigenlijk niet
Dus ik speel voor haar een deuntje, ze snikt terwijl ze lacht
Half spelend val ik in slaap en ze fluistert: “Goeienacht”
En ook nog:
“Jij bent gevat door de vriendelijke parasiet
Alles is nu te laat, je kan vechten maar hij verlaat je niet”
Een vaas valt kapot van de trap en blijft botsen
De scherven gaan steeds maar in twee
Het bord raakt vol met bizarre formules
en brult tot een scherf muteert
De scherven verbinden opnieuw met meer scherven
en niemand drukt op de noodstop
Akkoorden vervellen, verminderd, vermeerderd
Een scherf neemt een rat in zich op
Tien jaar geleden, ik ben nog steeds wakker
Ik vlieg van Madrid naar Parijs
Het sneeuwt foto’s van exen en lege verlangens
Ik schuif als een gek over ’t ijs
Een scherf wil ontsnappen, maar wat kan je doen?
De trap blijft kappen
Het aangezicht kampt met een vreemde infectie
De bilnaad deelt in de klappen
Door hitte versterkt en laaghangend vocht
De scherven gaan richting ontsteking
Er is in de Kempen een kop ontploft
De kranten bezingen de splijting
Een flikkerlicht mikt op de auto
Een vederlichte prikkel voor twee
Een club vol joelende tieners
Ons tienerbloed deint nog wat mee
Een strand in de zon van de avond
Bluesgitaar, alles vlakbij
Een slang op een berg in de ochtend
De hele jungle lachte met mij
Ik heb een foto van een man op m’n kast
die de auteur van de herinnering was
dat bij die deur daar ooit een paar schoenen stond
Ik graaf mezelf een gat in het heden
Door niets meer van ’t verleden te zijn
Ik bouw een huis met kartonnen stenen
Karton m’n specialiteit
Ik heb een foto van een man op m’n kast
die de auteur van de herinnering was
dat bij die deur daar ooit een paar schoenen stond
Ik heb een foto van een man ooit gehad
die op een dag toen z’n hele leven vergat
Een mooie foto liggend in de tikkende tijd
De monnik maakt me wakker en vertelt me
dat de lichtheid van het leven er nu wel is
Laat je vlieger wiegen in de wind
Kijk hoe een wesp het zomaar wint van een spin
Hij lacht luidkeels en hij zeult z’n lijf de refter in
De monnik blijft maar lachen en hij lurkt
van een pijp die hij vult met bladeren en gras
Ik rook goedkoop maar niets is wat het lijkt
Zwarte sneeuw is enkel zwart als je scheel kijkt
We wandelen samen langs de oude koeien ik voel me rijk
Ik vervoeg nu de fauna van het Transland
M’n huid kleurt best wel mooi en minder fel
M’n dwarsheid ruil ik voor een warme maaltijd
De handel van dit grillig land bevalt me wel
Meisje met twijfels, verras me
Geef een hand aan de langzaamheid en de afstand
Laat je vlieger wiegen in de wind
Dit is nu de smaak van het moment
En laat je niet leiden door wat ik er dan van vind
Ik vervoeg nu de fauna van het Transland
M’n huid kleurt best wel mooi en minder fel
M’n dwarsheid ruil ik voor een warme maaltijd
De handel van dit grillig land bevalt me wel
Ik heb een hondje en z’n naam is Oscar
Hij houdt van wind en scheuren door een bospad
Zucht een luchtje in m’n oor
En hij maakt me wakker als hij geluidjes hoort
Hij is gek op alles wat stinkt
Hij is m’n beste vriend
Ik zie hem een koprol maken in het lang gras
Uitbundig zoeken naar een bal die hij kwijt was
Heb jij m’n hondje al gezien?
Geef hem eens een score op een schaal van drie tot tien
Geef jij m’n hondje maar een zes
Rot op en krijg de pest
Heb je slaapachterstand, last van een kapot hart
Denk dan aan je hond die heel de dag op je wacht
Likt de problemen van m’n vel
Jezus kan het niet, Oscar kan het wel
Met een stok in z’n bek aan m’n zij
Die wonderhond van mij
Ik heb een hondje en z’n naam is Oscar
Gek op alles wat stinkt
Hij is m’n beste vriend
e praat wat, dat staat je, het planten van een zaadje
Hoe de regen van de hemel op de grond komt
Je ligt in de lucht te drijven zonder plan
Elke verdwaalde autist wordt er blind van
Ik heb je geuren in m’n koffer gelegd
Je mag me volgen ook al ken je de weg
Starend van de kaai naar de overkant
In het koude water weerspiegelt je lamp
Op de top van een pronkende toren wappert je vlag
Ik heb je geuren in m’n koffer gelegd
Je mag me volgen ook al ken je de weg
Je lacht om een grap die ik niet snap
Een paard met een jas, een kanarie die z’n vleugels wast
Ik heb je geuren in m’n koffer gelegd
Je mag me volgen ook al ken je de weg
Je kwam in m’n leven uit een ufo gestapt
Je licht verkleurde, ik noteerde dat
We maakten een lelijk kasteel in beneveld zand
Starend van de kaai naar de overkant
In het koude water weerspiegelt je lamp
Op de top van een pronkende toren wappert je vlag
Ik heb je geuren in m’n koffer gelegd
Je mag me volgen ook al ken je de weg
Je praat wat, dat staat je, het planten van een zaadje
Hoe de regen van de hemel op de grond komt
Op tv zag ik een aap
en hoe ze hem open sneden
Bloed liep van z’n tenen
Vergeet het
Een man met een Texas die rekent
Een arts aan het bord die tekent
Al dat zweet ten spijt
Vergeet het
Zwarte kwabben ontleed en gewogen
Een aap die al een dag niet meer leeft
maar de angst in z’n ogen die bleef
Al die angst voor niets
Geen reden
Zwarte kwabben ontleed en gewogen
Een aap die z’n leven geeft, niets gevonden
Het gewicht van de wereld vervat in een kwab
Het antwoord ligt te rusten in de vraag
Er goochelt een jazz orkest
met de noten van Monk en Dizzy bij de Stadswaag
En het antwoord ligt te rusten in de vraag
Het licht breekt open een riff weerklinkt
Hij speelt ‘m met z’n poten
Een donderkloppend ritme valt in
en de massa komt aangelopen
En het antwoord ligt te rusten in de vraag
Het is laat maar de Waag van het Transland is nooit moe
Ik steek een fakkel omhoog
en alle makkers komen naar me toe
Het is laat maar de Waag van het Transland is nooit moe
Een geldstuk valt en ik mis het niet
Verstand komt met de tranen
Knikkend met de kop naar de vlakke beat
Trompetten doen het hevig waaien
Het antwoord werd gevonden in de vraag
Zou dit en zou dat dan een akkoord zijn of een vraag
Zou de paus en de bende van Nijvel
familie zijn van de Rothschilds?
In het antwoord werd gesproken van een vraag
Een geldstuk valt en ik mis het niet
Verstand komt met de tranen
Knikkend met de kop naar de vlakke beat
Trompetten doen het hevig waaien
Het antwoord werd gevonden in de vraag
Het antwoord lag te rusten in de vraag
Het antwoord is de vraag
De weg is hard genoeg
Gevoelens moet je niet vervalsen
Ik slaap met m’n gitaar en m’n hond
door m’n tijd in het Transland
Het vlees van een kip smaakt goed
met jullie aan tafel
Het vel van een kip krijg ik
als we diep kunnen praten
Ik ben je wereld
Zo was het zou het altijd zijn
Geef me je wereld
en leg hem op het kussen hier naast mij
De liefde voor de weg en de vrouw
Een wereld in tweeën
Alles vanaf hier voor jou
Ik staak het vuur met de rede
Ik ben je wereld
Zo was het zou het altijd zijn
Geef me je wereld
en leg hem op het kussen hier naast mij
M’n ziel en al m’n trots op straat
Bijverschijnsel van lijden
Een zwerver die m’n ziel opraapt
en m’n trots doet verdwijnen
Ik ben je wereld
Zo was het zou het altijd zijn